Ieder mens heeft een eigen Leefruimte en maakt tegelijkertijd altijd deel uit van een familiesysteem. En al deze systemen bij elkaar vormen ook weer een systeem. Zo is deze wereld een systemisch geheel. In elk Systeem gelden drie principes: plaats, handelen en interactie. Het bewustzijn in een Systeem noem ik het vierde principe. Het ene principe beïnvloedt de andere principes. Tegelijkertijd en altijd. Daarom noem ik dit de Wet van het Systeem. En waar ik spreek over een Systeem, mag je ook de Leefruimte lezen.
In het Systeem zijn deze drie principes de voorwaarden voor en de tegenkant van het vierde principe: de Leefruimte. Plaats, Handelen en Interactie laten de Leefruimte ontstaan. Tegelijkertijd geldt dat ons bewustzijn van onze Leefruimte – het feit dat we mens zijn – de andere drie principes mogelijk maken. Ieder mens staat in verhouding tot de ander en tot alle anderen. Deze verhouding wordt gedefinieerd door de waarde die we toekennen aan elk van deze hoekpunten. Samen zijn het zeven factoren.